Overlijdensrisicoverzekering

U kiest zelf wie de uitkering krijgt op de einddatum of bij overlijden. Die persoon is de begunstigde van de verzekering. Er gelden fiscale regels voor de keuze van de begunstigde.

De begunstiging is een lijst met personen. Deze personen kunnen recht hebben op de uitkering bij overlijden. De lijst staat op uw polis.

In de lijst kan een omschrijving staan, bijvoorbeeld ‘de echtgenoot/echtgenote van de verzekeringnemer'. De persoon die in de lijst van begunstiging op nummer 1 staat heeft recht op de uitkering. De volgende begunstigden op de lijst hebben geen recht op de uitkering.

Leeft de eerste begunstigde niet meer? Of is er niemand die aan de omschrijving voldoet? Dan heeft de persoon die op de tweede plaats staat recht op de uitkering. En zo verder. Er kunnen ook meer personen op een plek staan. Hebben daardoor meer personen recht op de uitkering? Dan verdelen we de uitkering onder hen.

Als uw overlijdensrisicoverzekering is verpand aan uw hypotheekverstrekker, dan betekent dit dat een uitkering bij overlijden direct aan de hypotheekverstrekker wordt betaald. Hiermee wordt dan de lening (deels) afbetaald. Het hangt van de hoogte van de uitkering af of de lening helemaal of voor een deel kan worden afgelost.

Is uw overlijdensrisicoverzekering niet verpand? Dan wordt de uitkering bij overlijden aan de begunstigde(n) op de polis uitgekeerd.

Uitkering direct aan de hypotheekverstrekker kan belastingtechnisch andere gevolgen hebben dan een uitkering aan de begunstigde(n). Laat u daarom goed adviseren bij de keuze om een verzekering wel of niet te verpanden

U kunt in overleg met ons stoppen met premie betalen. Dat noemen we premievrij maken. De verzekering blijft bestaan, maar met een lagere uitkering bij overlijden. Maar let op! Bij een lagere uitkering hebben uw nabestaanden mogelijk niet genoeg geld na uw overlijden. Laat u daarom goed adviseren over de gevolgen van premievrij maken.

Als uw ORV is verpand, dan heeft u toestemming nodig om uw verzekering premievrij te maken.

U kunt uw overlijdensrisicoverzekering (ORV) tussentijds beëindigen. Dat noemen we afkopen.

Met uw ORV wilt u uw nabestaanden financieel verzorgd achterlaten. Koopt u de verzekering voor de einddatum af? Dan stopt de verzekering. U krijgt dan geen uitkering bij overlijden. Ook een eventuele dekking bij arbeidsongeschiktheid eindigt in dat geval. Laat u daarom goed adviseren over de gevolgen van afkoop.

Bij afkoop ontvangt u de afkoopwaarde, als uw verzekering die heeft. Op een eventuele afkoopwaarde kunnen kosten in mindering worden gebracht.

Als uw ORV is verpand, dan heeft u toestemming nodig om uw verzekering af te kopen.

Uw overlijdensrisicoverzekering keert alleen het verzekerde bedrag uit wanneer een verzekerde op de polis gedurende de looptijd overlijdt. Er vindt geen uitkering plaats op de einddatum als alle verzekerden op dat moment nog in leven zijn. Vanaf de einddatum van de verzekering heeft uw overlijdensrisicoverzekering dus geen waarde meer. Gedurende de looptijd kan uw overlijdensrisicoverzekering wel een waarde opbouwen terwijl alle verzekerden nog in leven zijn. Deze waarde ontstaat als volgt.

De kans op overlijden neemt toe naarmate u ouder wordt. Een grotere kans op overlijden heeft een verhogend effect op de premie voor uw overlijdensrisicoverzekering. Toch betaalt u vaak een gelijkblijvende premie voor uw overlijdensrisicoverzekering. Hieronder leggen wij u uit hoe dit werkt.

Om toch tot een gelijkblijvende premie te komen, wordt de premie actuarieel gemiddeld over de gehele looptijd. De gelijkblijvende premie is in de eerste jaren hoger dan de benodigde premie om het overlijdensrisico af te dekken en in de laatste jaren lager dan de benodigde premie. Hierdoor wordt gedurende het eerste deel van de looptijd een voorziening opgebouwd waaruit een deel van de werkelijke premies in de laatste jaren wordt betaald. Per saldo is de voorziening op einddatum van de verzekering nul.

Het bedrag van de voorziening is gelijk aan de afkoopwaarde (zie ook “Verzekering beëindigen”).